Medicatie bij diabetes type 1
Insuline-inspuitingen worden volgens een insulineschema opgesteld door de diabetoloog en opgestart in het ziekenhuis. De diabetes-educator leert je hoe je glycemie moet meten en hoe insuline moet inspuiten. Er moet een regelmatige controle gebeuren door je huisarts en het diabetesteam van ons ziekenhuis.
Intensieve onderhuidse (subcutane) injectietherapie
- Inspuiting snelwerkende insuline bij de maaltijd
- Dosis afhankelijk van de voeding
- Daarnaast nog 1 tot 2 maal per dag inspuiting traagwerkende insuline als basis
Insulinepomp (CSII, continue subcutane insuline-infusie)
- Insuline via onderhuidse katheter, dus geen injecties
- Om de 2 tot 3 dagen vervangen
- Lees meer in de brochure 'Insulinepomptherapie'
Terugbetaling test- en prikmateriaal
Via de Diabetesconventie, een overeenkomst tussen AZ Voorkempen en het RIZIV.
Griepvaccinatie
Laat je jaarlijks zeker vaccineren tegen griep. Bij griep heb je immers meer kans op verwikkelingen (bv. longontsteking). Griep kan ook de diabetescontrole ernstig ontregelen.
Medicatie bij diabetes type 2
Meestal kan de medicatie bij diabetes type 2 met tabletten worden opgestart. Als dit onvoldoende blijkt, wordt de behandeling ook hier uitgebreid met inspuitingen.
Tabletten
- Biguaniden is meestal de eerste keuze. Het verhoogt de gevoeligheid van het lichaam voor insuline en geeft geen hypoglycemie. Je ken er tijdelijke maag-darmklachten van krijgen. Biguaniden mag je niet gebruiken als je een zeer slechte nierfunctie hebt.
- Sulfonylurea en gliniden zorg voor verlaging van de bloedsuikerspiegel door het vrijmaken van insuline uit de pancreas, maar kan hypoglycemie veroorzaken.
- Thiazolidinediones (glitazones) verhogen de gevoeligheid van het lichaam voor insuline. Je kan er wel gewichtstoename en vochtopstapeling van krijgen.
- DPP4-inhibitoren (gliptines) verhogen de insulinevrijzetting na een maaltijd en geven geen hypoglycemie.
- SGLT2-remmers (gliflozines) veroorzaken verlies van glucose via de nieren, maar geeft risico op urineweginfecties. Een goede werking van de nieren is dan ook nodig. Ze geven geen hypoglycemie en kunnen helpen bij gewichtsverlies.
Inspuitingen
- GLP-1 analogen (incretines) werken zoals DPP4-inhibitoren, maar zijn krachtiger. Ze verhogen de vrijmaking van insuline na een maaltijd, vertragen de maaglediging en geven sneller een verzadigingsgevoel. Incretines kunnen helpen bij gewichtsverlies, maar veroorzaken soms ook maag-darmklachten.
- Insuline: als de pancreas zelf onvoldoende insuline aanmaakt, gebeurt er een onderhuidse (subcutane) injectie. Er zijn verschillende soorten insuline: snelwerkende, traagwerkende en mengvormen.
Je komt in aanmerking voor bijkomende ondersteuning en educatie indien je behandeld wordt met inspuitingen:
- 2 of minder injecties per dag: Zorgtraject diabetes
- 3 of meer insuline-inspuitingen per dag: Diabetesconventie (overeenkomst tussen AZ Voorkempen en RIZIV)
Wanneer je enkel orale medicatie neemt, kan je huisarts voor jou het voortraject diabetes opstarten, wat je eveneens een aantal voordelen biedt.
Griepvaccinatie
Laat je jaarlijks zeker vaccineren tegen griep. Bij griep heb je immers meer kans op verwikkelingen (bv. longontsteking). Griep kan ook de diabetescontrole ernstig ontregelen.