Gynaecologie en verloskunde - Kijkoperatie buik (therapeutische laparoscopie)

• De ingreep wordt uitgevoerd onder volledige verdoving.
• Bij een kijkoperatie maakt de arts een klein sneetje van ongeveer 1 centimeter in je buik. Eerst wordt er koolzuurgas in de buikholte gebracht om deze wat op te blazen zodat de organen beter zichtbaar worden.
• Via dat sneetje wordt ook een kijkinstrument ingebracht: de laparoscoop. Dit is een dun buisje met een kleine camera, waarmee de arts je buikorganen kan bekijken.
• Soms maakt de arts nog een paar kleine extra openingen in je buik om via die weg werkinstrumenten in te brengen.
• Soms wordt ook via de vagina de baarmoederhals met een tangetje vastgegrepen om de baarmoeder heen en weer te kunnen bewegen.

• Wegname van cysten op de eierstokken
• Verwijderen van de eierstokken of eileiders (bij grotere tumoren/cysten, preventief bij een verhoogd risico op kanker, bij een buitenbaarmoederlijke zwangerschap)
• Door jou gevraagde sterilisatie uitvoeren
• Oorzaken van klachten opsporen en diagnose stellen (diagnostische laparoscopie), bv. oorzaken bij buikpijn opsporen zoals endometriose, inwendige bloedingen, ontstekingen, verklevingen …
• Onderzoek bij onvruchtbaarheid
• Wegname van baarmoeder (hysterectomie)
• Perforatie van een spiraaltje
• Gezwellen in de buik opsporen

Het voordeel van een laparoscopie is dat de arts enkel kleine sneetjes in de buik maakt. Hierdoor is de ingreep minder zwaar dan een openbuikoperatie en kan je vaak sneller naar huis. Niet elke behandeling kan echter via een laparoscopie worden uitgevoerd. Je arts bespreekt samen met jou welke opties er zijn.

• Voor een laparoscopie word je de ochtend van de ingreep in het ziekenhuis opgenomen. Je komt nuchter toe in het ziekenhuis, dat wil zeggen dat je minstens zes uur niet hebt gegeten, gedronken of gerookt.
• Je brengt eventuele uitslagen van onderzoeken mee die via de huisarts zijn uitgevoerd. Mogelijks worden er bij ons ook nog enkele onderzoeken uitgevoerd, bv. een elektrocardiogram (filmpje van het hart) en een bloedonderzoek via de vooropname.
• De streek rond de navel en de schaamstreek wordt geschoren.
• Tandprothesen, juwelen en nagellak moet je verwijderen.
• Je wordt naar de operatiezaal gebracht waar je een infuus krijgt en waar de anesthesist je zal verdoven.
• Als je goed wakker bent, word je teruggebracht naar je kamer waar je nog wat verder kan uitrusten.
• In afspraak met jouw gynaecoloog verlaat je na enkele uren het ziekenhuis of blijf je op de dienst gynaecologie overnachten.
• Indien je de dag van de ingreep nog naar huis gaat, moet je voor vervoer zorgen. Door de verdoving mag je zelf nog geen auto rijden.

• Door de verdoving en de ingreep kan je je een paar dagen onwel voelen.
• Na de operatie kan je wat last hebben van lichte schouderpijn. Deze pijn wordt veroorzaakt door een beetje koolzuurgas dat na de ingreep in de buik achterblijft. Het gas prikkelt het middenrif waardoor pijn in de schouderstreek kan optreden. Het wordt vrij snel via de bloedbaan naar de longen gevoerd en verlaat zo het lichaam.
• Je kan eventueel ook wat last hebben van pijn ter hoogte van de kleine wondjes in de buik. Je kan hiervoor een lichte pijnstiller nemen.
• Een beetje vaginaal bloedverlies kan optreden.
• Bij koorts, hevige buikpijn, roodheid, zwelling of vochtverlies uit de wonde, neem je contact op met je arts.
• De hechtingen mogen na één week worden verwijderd door je huisarts.

In zeldzame gevallen (1/2500) kan een bloeding of letsel van de darm optreden, wat soms een buiksnede (laparotomie) nodig maakt.