Bij een geplande keizersnede word je op de afgesproken dag op het afgesproken tijdstip samen met jouw partner op de kraamafdeling verwacht. De dag voordien kom je langs voor de CTG-monitor, het aanmeten van steunkousen, een bloedname en het scheren van het operatiegebied. Je blijft de dag van de keizersnede nuchter vanaf middernacht. Om de administratie vlot te laten verlopen, vragen we om je eerst in te schrijven. Daarna kan je je rustig installeren op de kamer.
Voorbereiding op de afdeling
Je krijgt een identificatiearmbandje met jouw naam, voornaam en geboortedatum rond de pols. Online via mynexuzhealth kreeg je een anamnese en
medicatieblad dat je zo correct en volledig mogelijk moest invullen. Als de keizersnede werd gepland omwille van een stuitligging, controleert de gynaecoloog de ligging van de baby met het echotoestel. Om de conditie van het kindje na te gaan, luisteren we met de doptone naar de hartslag van jullie baby.
Nagellak, gelnagels, make-up, juwelen, haarspelden, piercings en andere sieraden moeten voor de operatie worden verwijderd. Een bril of contactlenzen mag je wel aanhouden. Je krijgt een operatiehemdje en korte steunkousen om aan te doen. Voor je naar het operatiekwartier wordt gebracht, is het belangrijk dat je nog eens gaat plassen zodat de blaas zeker leeg is. Net voor het vertrek naar het operatiekwartier krijg je medicatie via een infuus om je maag te beschermen en de aanmaak van speeksel af te remmen.
Voorbereiding in het operatiekwartier
Jouw partner is er van het begin tot het einde bij, van het prikken van de epidurale verdoving tot wanneer je terug naar de kamer mag.
De verdoving
Bij een geplande keizersnede wordt meestal gebruik gemaakt van lokale verdoving. In uitzonderlijke gevallen is echter volledige verdoving nodig.
Bij lokale verdoving wordt enkel het onderlichaam verdoofd. Je blijft dus wakker en maakt de geboorte van jullie baby bewust mee. De baby wordt ook zo goed als niet aan de verdoving blootgesteld. De ruggenprik wordt tussen twee ruggenwervels in de onderrug gegeven. De zenuwen die uit het ruggenmerg komen, worden hierdoor verdoofd. Je voelt geen pijn meer, maar kan ook minder bewegen. De zenuwen naar de spieren van het onderlichaam zijn immers ook gedeeltelijk geblokkeerd. Je benen worden slap en je kan niet meer staan.
Verdere voorbereiding
Je krijgt een blaassonde omdat tijdens de operatie de blaas leeg moet zijn. Nadien krijg je een kussentje onder de rechterzijde om te voorkomen dat de bloedvaten naar de baarmoeder worden afgekneld. Je krijgt een knijpertje op een vinger om het zuurstofgehalte in het bloed te meten en rond je arm wordt een automatische bloeddrukmeter aangelegd. Op jouw borstkas worden klevers geplakt voor de hartbewaking en je krijgt een zuurstofmasker opgezet. Als je volledig bent geïnstalleerd, wordt je buik ontsmet en afgedekt met steriele doeken.
De operatie zelf
De ingreep duurt drie kwartier tot een uur. Er is steeds een vroedvrouw aanwezig bij de geboorte van de baby. Meestal maakt de gynaecoloog een ‘bikinisnede’, een dwarse snede in de huid van 10 à 15 cm vlak boven het schaambeen (ongeveer rond de haargrens). Daarna opent de gynaecoloog de baarmoeder en laat de baby geboren worden. Hierbij wordt op de buik geduwd.
Wanneer je baby geboren wordt, doen we een stuk van de operatiedoek omhoog zodat je kan meekijken. Je ziet je kindje geboren worden, maar ziet op dat moment niets van de wonde. De gynaecoloog droogt je baby af, wikkelt hem/haar in een doek en zet een muts op zodat hij/zij niet afkoelt. De vroedvrouw neemt de baby aan van de gynaecoloog en legt hem/haar op het warme verzorgingsbed.