Gynaecologie en verloskunde - Reinigen van de baarmoeder (curettage)

• Bij abnormaal bloedverlies: oorzaken hiervan kunnen een vleesboom (of myoom), poliepen in de baarmoeder, hormonale stoornissen die de cyclus veranderen, en in zeldzame gevallen kanker van het baarmoederslijmvlies zijn. Er is bijna altijd een curettage nodig om een juiste diagnose te stellen.
• Bij een onvolledige miskraam: als bij een miskraam zwangerschapsweefsel achterblijft in de baarmoeder, spreken we van een onvolledige miskraam. Een curettage kan dan nodig zijn om de weefselresten te verwijderen.

• De gynaecoloog voert eerst een inwendig onderzoek uit om de grootte en ligging van de baarmoeder precies vast te stellen.
• Vervolgens brengt de arts een speculum in de vagina. Dat is een instrument dat de vaginale opening openhoudt.
• Hierna wordt de baarmoederhals aangehaakt en voorzichtig in het verlengde van de baarmoeder getrokken. De gynaecoloog kan nu met een speciaal staafje waar centimeters op aangegeven staan de lengte van de baarmoeder meten.
• Het baarmoederhalskanaal is te nauw om instrumenten door te laten. Daarom wordt deze eerst opengerekt door het inbrengen van in dikte toenemende metalen staafjes.
• Daarna volgt de eigenlijke curettage. Met een curette, een soort lepeltje, wordt het baarmoederslijmvlies afgeschraapt.
• Dat weefsel kan voor verder onderzoek naar het labo worden gestuurd.
• Zitten er ook poliepen in de baarmoeder? Dan kunnen deze ineens met de curette of met een polieptangetje verwijderd worden.
• Bij een zuig- of vacuümcurettage wordt de baarmoederholte met een afzuigslangetje leeggezogen. Dat is minder traumatisch voor de baarmoederwand en wordt daarom meer gebruikt na een miskraam.

• Voor een curettage word je de ochtend van de ingreep in het ziekenhuis opgenomen. Je komt nuchter toe in het ziekenhuis, dat wil zeggen dat je minstens zes uur niet hebt gegeten, gedronken of gerookt.
• Je brengt eventuele uitslagen van onderzoeken mee die via de huisarts zijn uitgevoerd. Mogelijks worden er bij ons ook nog enkele onderzoeken uitgevoerd, bv. een elektrocardiogram (filmpje van het hart) en een bloedonderzoek.
• Enkel als er een curettage omwille van een miskraam moet gebeuren, zal je soms worden geschoren.
• Tandprothesen, juwelen en nagellak moet je verwijderen.
• Je wordt naar de operatiezaal gebracht waar je een infuus krijgt en waar de anesthesist je zal verdoven.
• Als je goed wakker bent, word je teruggebracht naar je kamer waar je nog verder kan uitrusten.
• In afspraak met jouw gynaecoloog verlaat je na enkele uren het ziekenhuis of blijf je op de dienst gynaecologie overnachten.
• Indien je de dag van de ingreep nog naar huis gaat, moet je voor vervoer zorgen. Door de verdoving mag je zelf nog geen auto rijden.

• Na een curettage kan je last krijgen van buikpijn. Je kan hiervoor een lichte pijnstiller nemen.
• Je kan de eerste tien tot veertien dagen na de curettage nog wat licht bloedverlies hebben.
• In geval van koorts, aanhoudende of heviger wordende buikpijn en bij hevig bloedverlies verwittig je onmiddellijk je arts.

Er kunnen enkele zeldzame verwikkelingen voorkomen. Eén van de beschreven verwikkelingen is een perforatie of doorboring van de baarmoeder. Dit komt echter vrij zelden voor en dan meestal enkel bij zwangere vrouwen of bij een curettage na de menopauze.