Overslaan en naar de inhoud gaan
  • In de borstholte (thoraxholte) worden de longen omgeven door twee vliezen (pleura). Tussen deze 2 pleurabladen bevindt zich een denkbeeldige ruimte (pleuraholte) die luchtdicht is afgesloten en een dun laagje vocht bevat. De druk in de pleuraholte is negatief (lager dan de atmosferische druk).
  • Een klaplong treedt meestal op door een defect in het longoppervlak, waardoor lucht uit de long in de pleuraholte komt. Bij een doorboorde borstholte kan buitenlucht de pleuraholte binnenstromen (aangezogen door de bestaande negatieve druk). In beide gevallen zal de long plotseling instorten.
  • Afhankelijk van de grootte van de klaplong spreken we van:
    • Randpneumothorax
    • Subtotale pneumothorax
    • Totale pneumothorax

Oorzaken

  • Spontane of symptomatische klaplong: 5 op de 100.000 mensen krijgen te maken met deze meest voorkomende vorm van de klaplong. Het komt 5 keer meer voor bij mannen dan bij vrouwen en het betreft vaak jonge mensen met een lange, magere lichaamsbouw. Er bestaat geen voorkeur voor de linker- of rechterlong. Roken verhoogt het risico, maar de oorzaak is onbekend. Er bestaat geen verband met persen of zware inspanning. De klaplong ontstaat vaak in rust en meestal door een scheuring van een zwakke plek op het longoppervlak aan de longtop. Treedt op als complicatie bij emfyseem, fibrose, TBC, tumor.
  • Traumatische of artificiële klaplong: Treedt op als complicatie van long- of pleurapunctie, longbiopsie, of wordt bewust veroorzaakt door de longarts of hartchirurg bij een thoracoscopie.  

Klachten

  • Stekende pijn op de borst bij ademhaling
  • Het gevoel niet goed te kunnen doorzuchten
  • Benauwdheid, afhankelijk van de grootte van de klaplong en vaak van voorbijgaande aard
  • Soms zwelt de huid op en geeft deze bij druk een knisperend gevoel omdat de lucht in de onderhuidse weefsels geperst wordt (subcutaan emfyseem)

Behandeling

  • Een kleine rand- of topklaplong wordt meestal conservatief behandeld met enkele dagen bedrust. De lucht wordt langzaam spontaan door het lichaam opgenomen en afgevoerd (geresorbeerd).
  • Bij een grotere klaplong wordt onder lokale verdoving een thoraxdrain ingebracht. Een zuigpomp met een waterslot zuigt de lucht uit de pneumothoraxholte, waardoor de long weer ontplooit. Als de drain drie dagen geen lucht meer lekt, wordt het waterslot aangezet. Indien de thoraxfoto dan goed blijft, kan de drain worden afgeklemd en op termijn worden verwijderd. Als een long na langdurige drainage niet volledig ontplooit of de kans op luchtlekkage blijft bestaan, is een operatie aangewezen.
  • Bij een terugkomende klaplong zijn er 2 mogelijke behandelingen:
    • Pleurodesis: De longbladen worden meestal geplakt. Na pleuradesis kan een koortsreactie optreden.
    • Video-assisted thoracoscopie (VATS): Het longvlies wordt via een kijkoperatie aan elkaar vastgekleefd. Vaak brengen we talk in de pleuraholte om een steriele ontsteking van de longvliezen te veroorzaken. De longvliezen gaan dan met elkaar vergroeien, waardoor de long aan de borstwand komt te zitten. Je krijgt pijnstilling tijdens deze procedure.

Informatiebrochure

Lees meer in de informatiebrochure.