Overslaan en naar de inhoud gaan

Boven en naast de neus bevinden zich holle ruimten in het hoofd (voorhoofdsholten, zeefbeenholten, kaakholten en de wiggenbeensholte) die de neusbijholten of sinussen vormen. Die staan in directe verbinding met de neusholte. Wanneer een ontsteking aan één of meerdere neusbijholten niet geneest - ondanks intensieve therapie met bv. medicijnen of spoelingen - spreekt men van een chronische ontsteking. Die kan gepaard gaan met de vorming van poliepen.

Behandeling

Via de neusopening brengt de arts een endoscoop in. Dit is een klein buisje met een uitgebreid stelsel aan lenzen. Op die manier kan hij heel gericht de ontstoken neusbijholten openleggen en ziet hij welke gebieden hij met rust moet laten. De operatie gebeurt via de neusholte. Er zijn dus geen uitwendige littekens. De NKO-arts plaats eventueel na de operatie neustampons om bloedingen te voorkomen of drains om plaatselijk te kunnen spoelen. De operatie gebeurt doorgaans onder algemene verdoving.

Lees meer over de ingreep in de brochure.