Overslaan en naar de inhoud gaan
  • Bij een nierbiopsie nemen we met een speciale naald een klein stukje weefsel uit de nier
  • Voor en na de nierbiopsie verblijf je op de afdeling nierziekten. Het onderzoek zelf gebeurt op de afdeling radiologie.

Voorbereiding

  • Overleg met je behandelende arts welke medicijnen je mag blijven gebruiken en welke je tijdelijk moet stoppen.
  • Via een stollingsonderzoek kijken we na of je bloed voldoende stolt om de kans op bloeding te beperken.
  • Je mag zowel voor als na het onderzoek eten en drinken.
  • Draag gemakkelijk zittende (nacht)kleding, omdat je nadien in bed moet blijven.

Verloop

  • Bij een biopsie van je eigen nieren lig je op je buik. Bij een transplantnier op je rug.
  • Met een echotoestel bepalen we de juiste biopsieplaats, die we desinfecteren en verdoven.
  • De arts maakt een klein sneetje in de huid en neemt met een biopsienaald nierweefsel voor onderzoek.
  • Het onderzoek duurt in totaal 15 tot 20 minuten.

Nazorg

  • De eerste 24 uur na de biopsie houd je platte bedrust op je rug.
  • De eerste uren ligt een zandzakje op de punctieplaats om eventuele nabloeding te voorkomen.
  • De verpleegkundige meet de eerste uren elk half uur je bloeddruk en pols.
  • Vermijd de eerste 7 dagen na het onderzoek zoveel mogelijk schokken. Pas op bij de trap afgaan.
  • Bloedverdunners kan je pas herstarten ten vroegste 10 dagen na het onderzoek.

Complicaties

  • De nier is een rijk doorbloed orgaan. De biopsie kan een bloeding veroorzaken. Je kan dan ook bloed in de urine hebben, meestal éénmalig en niet ernstig.

Informatiebrochure