Overslaan en naar de inhoud gaan

Als je diabetes hebt, zal de arts je in sommige gevallen aanraden om zelf je bloedglucosespiegel op te volgen. In functie van het type diabetes, de behandeling en het terugbetalingssysteem geven we persoonlijk advies omtrent de bloedglucosemetingen. Dit kan op verschillende manieren:

  • Vingerprikmeting: met bloedglucosemeter en prikpen     
  • Sensormeting: onderhuids plaatsen we een sensor die meerdere dagen kan blijven zitten. Lees meer in de brochure Flash Glucose Monitoring.
  • Continue glucosemeting: in combinatie met een insulinepomp. De terugbetaling van deze techniek is in België voorlopig nog beperkt.

Bloedglucosespiegels

  • Vóór de maaltijd: 80 – 130 mg/dl
  • 2 uur na de maaltijd: < 180 mg/dl
  • Bij zwangerschap(swens): lagere streefwaarden om een optimale ontwikkeling van het kind toe te laten
  • Bij kwetsbare ouderen: soms minder strikte streefcijfers
  • Te lage bloedsuikerspiegel (<70 mg/l): hypoglycemie
  • Te hoge bloedsuikerspiegel (>250 mg/dl): hyperglycemie
  • HbA1C (hemoglobine):
    • Geeft de gemiddelde bloedglucosespiegel van de de afgelopen 6 tot 8 weken weer.
    • Dit eiwit in de rode bloedcellen hecht zich aan de glucose in het bloed. Hoe meer suiker in het bloed aanwezig is, hoe meer versuikerde hemoglobine er zal zijn en hoe hoger het HbA1C-gehalte.
    •  Onder bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld bloedarmoede, is de HbA1C-waarde minder betrouwbaar.
    • Algemene ideale streefwaarde type 1: < 7% (53 mmol/mol)
    • Algemene ideale streefwaarde type 2: < 6,5% (48 mmol/mol)

Onderzoeken

Algemeen wordt aanbevolen om enkele onderzoeken op jaarlijkse basis te laten uitvoeren met de bedoeling tijdig eventuele verwikkelingen van de diabetes op te sporen:

  • Bloedafnames met controle van:
    • HbA1C (bij voorkeur om de 3 maanden)
    • Nierfunctie, lipidenspiegel (bloedvetten) en schildklierfunctie (jaarlijks)
  • Bloeddruk
  • Klinisch nazicht voeten (minstens 1 maal per jaar)
  • Hart (op indicatie)
  • Lichaamsgewicht
  • Onderzoek bij de oogarts voor zicht en oogfundus (nazicht van de bloedvaatjes op de achterkant van het oog) (jaarlijks)
  • Urineonderzoek om eiwit op te sporen (jaarlijks)
  • Zenuwen

Lange termijn

Bij onvoldoende diabetesregeling kunnen gevolgen optreden:

  • Beschadiging zenuwen (neuropathie)
  • Diabetische voet: voetwonden die slecht genezen door aangetaste zenuwen en vernauwde bloedvaten
  • Vernauwing van grote en kleine bloedvaten:
    • Aantasting grote bloedvaten (macroangiopathie): hartinfarct, hersentrombose of slechte bloeddoorstroming in de benen
    • Aantasting kleine bloedvaten (microangiopathie): beschadiging van ogen en/of nieren

Informatiebrochure