Overslaan en naar de inhoud gaan
  • Het lichaam maakt antistoffen (eiwitten die een eigen orgaan aanvallen en als lichaamsvreemd beschouwen) aan die de insulineproducerende cellen in het lichaam afbreken.
  • Je lichaam maakt onvoldoende insuline aan en de bloedglucosespiegel stijgt.
  • Levenslange behandeling met insuline-inspuitingen is nodig. Medicatie in pilvorm heeft geen toegevoegde waarde.
  • De aandoening komt meestal voor op jonge leeftijd (< 40 jaar). Ongeveer 10 % van alle diabetespatiënten lijdt aan type 1.

Klachten

  • Gewichtsverlies
  • Overmatig dorstgevoel
  • Veel plassen
  • Vermoeidheid

Medicatie

  • De diabetoloog stelt een insulineschema voor je op. Dit wordt opgestart in het ziekenhuis.
  • De diabetes-educator leert je je glycemie te meten en insuline in te spuiten.
  • Ga regelmatig op controle bij je huisarts en het diabetesteam van ons ziekenhuis.
  • Intensieve onderhuidse (subcutane) injectietherapie:
    • Inspuiting snelwerkende insuline bij de maaltijd
    • Dosis afhankelijk van de voeding
    • Daarnaast 1 tot 2 maal per dag inspuiting traagwerkende insuline als basis
  • Insulinepomp (CSII, continue subcutane insuline-infusie):
    • Insuline via onderhuidse katheter, dus geen injecties
    • Om de 2 tot 3 dagen vervangen
    • Lees meer in de brochure Insulinepomptherapie
  • Terugbetaling test- en prikmateriaal: via de Diabetesconventie, een overeenkomst tussen AZ Voorkempen en het RIZIV.
  • Griepvaccinatie: laat je jaarlijks vaccineren tegen griep. Griep kan de diabetescontrole ernstig ontregelen en geeft meer kans op verwikkelingen (bv. longontsteking).