Als er vloeistof of vocht in de buikholte ophoopt (ascites), moeten we dat verwijderen. De arts neemt dan met een naald het overtollige vocht weg (ascitespunctie). Soms nemen we een staal van het vocht voor microscopisch onderzoek in het labo.
Voorbereiding
- Je mag gerust vragen om vóór het onderzoek te gaan plassen.
- Je mag gewoon eten en drinken.
- Doe gemakkelijke kleding aan.
- Je hoeft je medicatie niet te stoppen.
- Neem je anti-stollingsmedicijnen, meld dit dan vóór de punctie aan je arts of de verpleging.
Verloop
- De arts bepaalt de plaats van de punctie, meestal links of rechts in de onderbuik. Hij ontsmet de plaats en verdooft plaatselijk. Dit kan even ongemakkelijk aanvoelen, maar doet normaal geen pijn. Je mag niet te veel bewegen. Neem een rustige lighouding aan.
- Aan de naald zit een doorzichtig slangetje en 2 opvangzakken. De hoeveelheid aflopend vocht, bepaalt de duur van het proces. De verpleging volgt dit nauwkeurig op, omdat teveel vochtverlies je bloeddruk kan doen schommelen.
- Vloeit er geen vocht meer af, dan verwijdert de verpleging het slangetje en sluit de insteekopening af met een vochtopnemend verband.
- Soms geven we nadien een infuus met eiwitten om het vochtverlies te compenseren.
Nazorg
- Na de punctie houden de verpleegkundigen je nauwkeurig in de gaten. Om complicaties te herkennen of te voorkomen, meten en kijken ze regelmatig naar:
- Bloeddruk en hartslag
- Mogelijke lekkage bij de insteekopening
- Pijn rond de insteekopening