Een implantaat is een kunstwortel die in het bot wordt geschroefd. Een implantaat bestaat uit titanium, een lichaamsvriendelijk metaal, ook gebruikt voor knie- en heupprothesen. Na 2 tot 6 maanden is het implantaat volledig in het bot vastgegroeid en dient het als steun voor een:
- Vastzittende kroon: 1 tand
- Vastzittende brug: meerdere aaneensluitende tanden
- Uitneembaar klikgebit: bij een volledig tandloze kaak
Verloop
De ingreep gebeurt onder plaatselijke of volledige verdoving. We openen het tandvlees op de plaats waar de implantaten moeten komen zodat het bot vrijkomt. In het bot boren we gaatjes waarin de implantaten worden vastgeschroefd.
De kaakchirurg bepaalt welk implantaat hij zal plaatsen:
- Eén-fase implantaat: Als het bot voldoende sterk is, schroeven we op het implantaat meteen een dopje (healing abutment) dat doorheen het tandvlees steekt.
- Twee-fasen implantaat: Het implantaat moet een aantal maanden rusten. Na 2 tot 6 maanden wordt tijdens een tweede, kleinere ingreep een hoger dopje opgeschroefd dat doorheen het tandvlees steekt.