Op de dienst nucleaire geneeskunde gebruiken we tijdens onderzoeken en behandelingen kleine hoeveelheden radioactiviteit, die we meestal intraveneus toedienen via een inspuiting in de arm.
Met de gammacamera, een speciale scanner, volgen we hoe het radioactief product zich in het lichaam verspreidt om bepaalde ziekten op te sporen.
Er zijn geen studies die aantonen dat een lage hoeveelheid radioactiviteit gevaarlijk is voor patiënten. Zolang de hoeveelheid een zekere drempel niet overschrijdt, veroorzaakt het geen gevaarlijke effecten in het lichaam. Omdat we niet exact weten waar deze drempel ligt, zijn we hier zeer voorzichtig mee.
Om jouw veiligheid te garanderen, werken we met heel gevoelige toestellen die we regelmatig laten controleren. Zo kunnen we de hoeveelheid radioactiviteit beperken en de onderzoeken veilig laten verlopen, zelfs herhaaldelijk als nodig.
