De verpleegkundige vraagt naar je situatie: meld eventuele problemen die je thuis ondervond en uit je vragen en bezorgdheden. De verpleegkundige noteert alles en informeert de arts.
In de voormiddagkrijg je informatie van de arts. Samen met partner of familielid kan je de evolutie van je ziekte en eventuele problemen bespreken.
We nemen een bloedstaal via een katheter in de arm of een geïmplanteerde poortkatheter: je gaat even op bed liggen. Nadien kan je terug in een zetel of stoel zitten.
Als de resultaten van het laboratorium gunstig zijn en de arts toelating geeft, bereidt de apotheker op basis van je lichaamsoppervlakte jouw specifieke infusen. De bereiding neemt enige tijd in beslag.
Verlaat de afdeling niet tijdens de toediening van de chemotherapie (cytostatica).
Waarschuw de verpleegkundige bij pijn of zwelling van de insteekplaats of lekkage van het infuus.
De diëtiste bespreekt het middagmaal met je. Je kan je dieet laten aanpassen als je dat wil.
Je mag met de auto rijden tenzij de arts het uitdrukkelijk verboden heeft.