Door zeer gerichte en hoogtechnologische zorg proberen we het falen van organen te voorkomen en te behandelen. De meerderheid van de patiënten reageert goed op de intensieve behandeling en kan de afdeling na een wisselende opnameduur verlaten.
Soms is de patiënt echter zo ziek en is de opgelopen schade zo groot, dat er geen kansen meer zijn op herstel of dat doorgedreven intensieve zorg als zinloos te beschouwen is. Soms geeft de familie aan dat de levenskwaliteit van de patiënt voor de opname al zeer beperkt was, en dat ze intensieve therapie als zinloos beschouwt. In dat geval zal de behandelende arts in samenspraak met de familie een therapiebeperking instellen. Dat is op zich een medische beslissing waarbij de inspraak van de familie gewenst is.