Een tenniselleboog is een ontsteking van de vezels die de spieren aan de buitenkant van de elleboog verbinden met pols en vingers.
Oorzaak
Buitenmatig gebruik of een verwonding aan de arm kan de spieraanhechting beschadigen en de symptomen van een tenniselleboog veroorzaken. Vaak doen we een radiografie en echografie om na te gaan of er andere oorzaken zijn voor het ontstekingsprobleem.
Klachten
- Voornamelijk last aan het beenderig uitsteeksel aan de buitenzijde van de elleboog
- Pijn bij het strekken van pols of vingers, voornamelijk tegen weerstand
- Pijn daar waar de vezels aan het bot vastzitten ter hoogte van de buitenzijde van de elleboog of ook langs de spieren in de voorarm
- Meer pijn tijdens of na herhaaldelijk gebruik van de arm
- Het opnemen of grijpen van lichte voorwerpen kan erg pijnlijk en moeilijk zijn.
Behandeling
We nemen de pijn weg door:
- De oorzakelijke factor wegnemen: repetitieve activiteiten of bepaalde sportactiviteiten stopzetten.
- Tenniselleboogverband: 3 weken lang draag je deze van ’s morgens bij het opstaan tot ’s avonds bij het slapen gaan.
- Cortisone: als er na 3 weken tenniselleboogverband geen beterschap is, geven we een inspuiting met cortisone ter hoogte van de zijkant van de elleboog. Nadien draag je nog eens 3 weken het tenniselleboogverband. Als de pijn nadien niet volledig verdwenen is, krijg je een tweede inspuiting.
Operatie: als de vorige behandelingen niet effectief blijken. De chirurg zuivert de ontstoken zone en verlegt de peesaanhechting lichtjes zodat de spanning op deze pezen vermindert. Nadien draag je 3 weken een gips, gevolgd door kinesitherapie.