Met een plaskalender (frequentie-volume schema, mictiedagboek) gaan we na hoe vaak je plast en hoeveel per keer.
De uroloog bespreekt de resultaten tijdens een consultatie.
Houd bij het invullen van je plaskalender rekening met:
3 representatieve dagen waarop je niet teveel buitenshuis bent. Je kan deze dagen zelf kiezen en dit hoeven geen 3 opeenvolgende dagen te zijn.
Drink voor deze test je normale hoeveelheid (niet extra veel of extra weinig).
Je hoeft niet te noteren wat je drinkt en doet.
Plas niet meer of minder dan gewoonlijk.
Noteer bij elke plasbeurt in de voorziene kolommen: hoe laat het is en hoeveel je hebt geplast. Om te weten hoeveel je hebt geplast, gebruik je een maatbeker.