Een röntgenonderzoek van de baarmoeder en eileiders (hysterosalpingografie) doen we meestal om vruchtbaarheidsproblemen in kaart te brengen. We sporen eventuele afwijkingen van de baarmoeder op en controleren de toegankelijkheid van de eileiders.
Het onderzoek gebeurt door jouw gynaecoloog, met assistentie van de verpleegkundige. Je ontkleedt je onderlichaam in de kleedcabine. Je gaat liggen op de röntgentafel met opgetrokken en gespreide benen. De gynaecoloog ontsmet je onderaan, dit voelt koud aan. Het speculum wordt ingebracht en de baarmoedermond ontsmet.
De gynaecoloog plaatst een cupje tegen de baarmoedermond. Het speculum wordt vervolgens verwijderd en de contrastvloeistof ingespoten. Dit kan krampen in de onderbuik veroorzaken. Tijdens en na de inspuiting worden er foto’s genomen door de radioloog. Na het onderzoek wordt het cupje verwijderd. Lees meer in de brochure.