Het is belangrijk dat de arts of verpleegkundige tijdens jouw ziekenhuisopname tijdig kan inspelen op de pijn. Daarom zullen zij op regelmatige tijdstippen jouw pijn bevragen. Volgende punten zijn dan belangrijk om te vermelden:
- Plaats van de pijn, eventueel met behulp van aanwijzen (bv. hoofd, linkeronderbeen).
- Duur van de pijn: constant of af en toe? Enkel wanneer je bepaalde bewegingen maakt of op bepaalde tijdstippen?
- Pijnscore: dit is een cijfer tussen 0 en 10, waarbij 0 staat voor geen pijn en 10 voor ondragelijke pijn. Als dit niet makkelijk is, kan je je pijn vergelijken met pijn die je in het verleden had of kan je de gezichtjesschaal gebruiken.
- Aard van de pijn: omschrijf dit in je eigen woorden (bv. kloppend, snijdend, prikkend, zeurend).
Op basis van de gegeven antwoorden bepaalt de arts welke behandeling best wordt opgestart om jouw pijn te verzachten. Ook buiten de bevragingsmomenten is het belangrijk dat je aangeeft dat je pijn hebt. Verbijt de pijn niet, bel gerust indien nodig! Hoe meer wij weten, hoe beter we je kunnen helpen.
Bij personen die zich verbaal niet kunnen uitdrukken, observeren we gericht de ademhaling, onrustgeluiden, gezichtsuitdrukking, lichaamstaal en troostbaarheid van de patiënt.