Op 15 augustus vieren we in de provincie Antwerpen traditioneel moederdag. Wist je dat er in ons ziekenhuis meer dan 50 mama’s werken met hun dochter of zoon? Hoe zou het zijn om samen met je mama te werken? We vroegen het aan dr. Riet Breesch, zaalarts geriatrie, en haar mama Ria, vrijwilliger tijdens de koffietoer op de afdeling geriatrie.
Ria: “Na de lockdown in 2021 stuurde Riet de vraag naar vrijwilligers door. Ze zochten iemand voor de koffietoer op de afdeling geriatrie. Ik ben altijd begaan en bezig geweest met ouderen en had al wat geproefd van de sfeer op de afdeling. Ik dacht ‘dat is iets voor mij!’ en ben er met plezier aan begonnen, nu zo’n twee jaar geleden.”
Dr. Riet Breesch: “Dat tasje koffie: daar is echt nood aan! In combinatie met een babbeltje natuurlijk. Ik zie bij medewerkers dat ze dat ook zelf willen doen, maar de werkdruk laat het niet altijd toe. En toch gaat zorg veel verder dan enkel het medische. De vrijwilliger die een tasje thee of koffie brengt met een warme babbel kan echt een lichtpuntje in de dag zijn bij patiënten.”
Liefde en respect voor de ouderen
Ria: “Ik vind het belangrijk om ouderen als gelijken te behandelen en niet te betuttelen. We moeten hen au sérieux nemen. Ze staan soms voor een ingrijpende verandering in hun leven en moeten echt het gevoel hebben dat ze mogen meespreken in dat hele verhaal. Daarom signaleer ik soms wel hun gevoeligheden en bezorgdheden aan de verpleegkundigen of artsen. Dat is mijn bijdrage als vrijwilliger.”
Dr. Riet Breesch: “Ik vind ouderen ook een heel fijn publiek. Een ongefilterd publiek, die zeggen wat ze denken. En met veel levenservaring! Uiteraard moeten wij eerst onze medische en verpleegkundige taken doen, maar daarnaast is er ook psychosociale nood. Onze dienst patiëntenbegeleiding doet dat fantastisch, maar ook daar is de werkdruk hoog. De vrijwilligers maken onze zorg net iets warmer en menselijker en dat vind ik belangrijk. We mogen het aspect van de mens in zijn geheel niet uit het oog verliezen.”
Ria: “Die aandacht voor de mens is iets wat we delen, eigenlijk in het hele gezin. Riet én mijn beide ouders zijn huisarts van opleiding. Als huisarts moet je ook de context zien. Die aandacht voor het hele pakket én de brede waaier van mensen: dat zit in onze genen.”
Verschillende petjes
Dr. Riet Breesch: “Ik ben niet alleen arts of niet alleen moeder. Ik combineer de twee. Mijn kinderen gaan altijd voor, maar niet ten koste van alles. Op cruciale momenten wil ik er voor hen zijn. Op andere momenten primeert mijn rol als arts en staat familie klaar om de zorg voor hen op te nemen.”
Ria: “Je moet zoeken naar een gezond evenwicht en dat durven herzien. Het leven is een aaneenschakeling van wat er op dat moment optimaal is voor alle betrokkenen.”
Dr. Riet Breesch: “Thuis ben ik dan ook geen arts. Dat is een heilig principe voor mij. Als ik naar huis ga, zet ik een ander petje op, dat van moeder. Ik zal bijvoorbeeld ook nooit een doktersbriefje schrijven voor school. Als mijn kind ziek is, dan wil ik dat er een dokter naar kijkt, niet een moeder.”
Ria: “Thuis gaat het bijna nooit over ons werk in het ziekenhuis. Als ik na de koffietoer vertrek, laat ik de taak achter mij. Ik zal het wel aan de hoofdverpleegkundige melden als ik bij een patiënt een probleem vermoed zodat iemand van de staff dit verder kan beluisteren. Dan stopt het voor mij als vrijwilliger. Ik zal nooit aan Riet vragen hoe iets is afgelopen met een patiënt.”
‘Een juffrouwke met de koffie'
Dr. Riet Breesch: “Waar we thuis weleens over spreken, zijn de grappigere situaties. Zo was mijn moeder eens aan de babbel geraakt met een patiënt die in de buurt woonde. De dag nadien ging ik langs bij die man, het was nogal een joviale kerel, en die vroeg vanwaar ik afkomstig ben. Ik vertelde hem dat en hij reageerde toen ‘och da’s toevallig, gisteren was hier een juffrouwke met koffie die ook van daar is’. Voor hem was mijn moeder inderdaad nog relatief jong, maar ik ben hardop beginnen lachen. Bij een andere patiënt viel mijn oog op een soort dagboekje waarin onder andere stond wanneer de dokter was langs geweest. Er stond ook ‘koffie gekregen van een vriendelijke dame’ en dan in het groot ‘DANKU’. Hetgeen ons mama hier doet is echt waardevol!”