Nauwkeurige informatie en weefseldiagnose is van levensbelang tijdens een borstkankerbehandeling. Het labo pathologie onderzoekt voor, tijdens en na een operatie cellen en weefsels. Dat levert onmisbare gegevens voor het opstellen van een behandelingsplan.
Voor de operatie
De patholoog typeert gedetailleerd de tumor, onderzoekt de kwaadaardigheid en de gevoeligheid aan hormonen/antistoffen.. De resultaten van het onderzoek bepalen de verdere behandeling.
Tijdens de operatie
De patholoog onderzoekt nog tijdens de operatie de verwijderde tumor en eventueel de weggenomen klier(en).. Hij maakt reeds tijdens de operatie een eerste beoordeling van het letsel volledig is verwijderd..
Als het preoperatief onderzoek geen uitzaaiing in de lymfeklieren aantoonde, dan gebeurt in sommige gevallen tijdens de operatie een 2de check. De chirurg verwijdert daarvoor de zogenoemde sentinelklier (poortwachtklier):, de eerste klier waar uitzaaiingen kunnen verwacht worden. De patholoog zoekt op zijn beurt meteen uit (op één snede) of die klier kwaadaardige cellen bevat. Zo ja, dan verwijdert de borstchirurg soms in één keer alle okselklieren. Is de klier tumorvrij, dan laat hij de okselklieren zitten tot verder fijner onderzoek van de klier.
Na de operatie
De patholoog brengt na de operatie alle eigenschappen van de tumor zorgvuldig in kaart. Al deze kenmerken bepalen mee de nabehandeling.