We openen de borstholte om de long te bereiken. We krijgen zo een goed zicht van de aandoening, waar ze zich ten opzichte van de bloedvaten en luchtpijpvertakkingen bevindt en hoe ver het proces reeds is gevorderd.
Op basis van deze informatie beslissen we om de aandoening met het omringende weefsel te verwijderen. Dit kan de gehele long zijn (pneumectomie), 1 of 2 kwabben (lobectomie) of enkele delen van een kwab (segmentresectie).
Soms opereren we door het midden van de borstkast. We zagen dan het borstbeen open zoals bij een hartoperatie. Zo kunnen we tegelijkertijd beide longen opereren. Voor het sluiten van de wond brengen we een of twee afvoerslangen (drains) in de borstholte. Deze thoraxdrainage verwijdert lucht en vocht uit de ruimte tussen het longvlies en het ribbenborstvlies (pleuraholte). De longen kunnen zich zo beter ontplooien.
De operatie gebeurt onder algemene verdoving. Vaak brengen we voor de operatie een zeer dun slangetje (epidurale katheter) in de rug aan, waarlangs we tijdens en na de operatie pijnstillende middelen kunnen geven.