- Bij een longontsteking (pneumonie) is één of beide longen ontstoken.
- Vaak gaat hier een verkoudheid en/of griep aan vooraf.
- Een longontsteking komt het meest voor in de herfst, winter en het vroege voorjaar.
- Er bestaan 2 soorten longontstekingen:
- Bronchopneumonie: longontsteking ontstaan vanuit een luchtpijpvertakking (bronchus)
- Longinfiltraat: ontstoken longweefsel
Oorzaken
- Ander organisme, zoals mycoplasma, een bacterie zonder celwand
- Aspiratie: een ontsteking in de longen door verslikken in voedsel of andere stoffen
- Bacterie
- Virus
Klachten
- Bleke of blauwe kleur van lippen en/of nagels
- Hoesten
- Koorts en snelle hartslag
- Kortademigheid en snelle, vaak oppervlakkige ademhaling
- Neusvleugelen
- Pijn in de borststreek, door kinderen vaak aangegeven als buikpijn
- Vaak gebruik van hulpademhalingsspieren: je kind spant de spieren in de nek en/of net onder de ribben aan
- Verminderde eetlust, soms ook misselijkheid en braken
- Vermoeidheid
Onderzoek
- Bloedname
- Lichamelijk onderzoek
- Röntgenfoto van de borstkas (RX thorax)
Behandeling
- Een bacteriële longontsteking of veroorzaakt door mycoplasma, behandelen we met antibiotica. Denkt de arts aan een virus, dan heeft antibiotica geen zin. Bij twijfel geven we toch antibiotica, omdat het onderscheid niet altijd even duidelijk is.
- Bij een serieuze longontsteking krijgt je kind mogelijks antibiotica intraveneus (via de aders) en moet het dan 5 à 7 dagen in het ziekenhuis blijven.
- Als je kind ernstig ziek is, houden we via een monitor zijn hartslag, ademhaling en zuurstofgehalte in de gaten.
- Is je kind kortademig en in zuurstofnood, geven we via een neusbrilletje extra zuurstof.
- Je kind moet voldoende drinken. Lukt dat niet, dan geven we dit vocht eventueel via een infuus.
- Je kind kan het ziekenhuis verlaten als het:
- Geen extra zuurstof meer nodig heeft.
- Zelf goed kan eten en drinken.
- 24 à 48 uur koortsvrij is.
Nazorg
- De meeste kinderen herstellen volledig binnen enkele dagen tot een week.
- Je kind kan nog een tijdje blijven hoesten. Probeer te vermijden dat je kind met het hoesten anderen besmet.
- Je kind mag weer naar school/kinderopvang als het voldoende is hersteld en:
- Goed eet en drinkt
- Goed slaapt
- Koortsvrij is
- Minder hoest
- Rustig ademt
- Voldoende energie heeft
- Kreeg je kind antibiotica intraveneus (via de aders), volgt het thuis een orale kuur (via de mond). De arts informeert je hierover.
- Neem terug contact op met de arts als je kind opnieuw hoge koorts maakt (boven 39°C), het steeds benauwder krijgt of meer gaat hoesten.
Informatiebrochure
Lees meer in de informatiebrochure.