Over duim- of vingerzuigen moet je je meestal niet ongerust maken: doorgaans verdwijnt dat spontaan. Als je kind echter lang of intensief duimt, kan dit de normale ontwikkeling van gebit en kaken verstoren. De snijtanden komen naar voor, de beet sluit niet meer en sommige kinderen krijgen zelfs spraakproblemen.

Gevolgen

• Afwijkingen zoals de stand van de tanden, verbeteren vaak zonder ingrepen. Is dit niet zo, kan een orthodontist het behandelen.
• Soms plaatst je kind bij het duimen de tong tussen de tanden. Dit kan tot een open beet leiden.
• De tanden neigen meer vooruit te staan bij een open-mondademhaling.
• Het geheel van afwijkingen geeft soms spraakproblemen.

Behandeling

Bij veel kinderen is duimen zo'n gewoonte dat ze zich er niet meer van bewust zijn. Maak je kind alert voor het probleem en de nadelen.

• Gebruik een alternatief. een knuffelbeer.
• Kleef een pleister rond de duim of vinger. Dit maakt het zuigen minder aangenaam.
• Doe een doek of verband rond de elleboog. Daardoor kan je kind de arm moeilijker plooien.
• Lak de vingernagel rood: rood = stop.
• Smeer een slecht smakend product op de vinger, bv. ajuin of producten die in de handel verkrijgbaar zijn.

Met de nodige aanmoediging en begeleiding stoppen de meeste kinderen uit eigen wil definitief met duimen. Dan zijn meestal dure en drastische hulpmiddelen (vaste apparatuur of uitneembare verhemelteplaat) niet nodig.

Informatiebrochure

Lees meer in de informatiebrochure 'Duimen: zoeken naar een oplossing'.