We behandelen de afgesloten of ernstig vernauwde dijbeenslagader met een bloedvatoverbruggingsoperatie (femoro-popliteale bypass).
Of de overbrugging op lange termijn blijft werken, hangt af van de lengte (hoe korter, hoe beter), de diameter en de kwaliteit ervan.
Voorbereiding
Om de juiste plaats van de overbrugging te bepalen, doen we vooraf een duplexonderzoek (angiografie).
De bovenste aansluiting van de overbugging maken we altijd ter hoogte van de lies op de liesslagader. De onderste aansluiting plaatsen we in het bloedvat onder de afsluiting.
Verloop
We gebruiken vaak een eigen ader uit het bovenbeen die bloed uit het been naar het hart terugvoert. Deze ader kan je missen, aangezien dieper in het been de belangrijkere hoofdaders liggen voor het terugvoeren van het bloed.
Heb je zo’n ader niet meer (bv. na een vroegere spataderoperatie) of is die te dun of verstopt (door een vroegere aderontsteking), dan gebruiken we een overbrugging in kunststof of een donorader.
De operatie gebeurt onder algehele of plaatselijke verdoving. Bij de lokale verdoving maken we via een ruggenprik enkel het onderste lichaamsgedeelte gevoelloos.