Bij kinderen lijken afwijkingen van de stand van de tanden meer op te vallen dan bij volwassenen. Toch zijn er slechts weinig gebitsproblemen die we reeds op jonge leeftijd (vóór 6 jaar) moeten verhelpen.
Verschillende factoren beïnvloeden de ontwikkeling van het gebit:
- Duimzuigen
- Tong en lippen: sommige kinderen houden hun tong tussen de tanden. Dat kan leiden tot vooruitstekende bovensnijtanden en achteruit gekipte ondersnijtanden met een vergrote afstand tussen de boven- en ondertanden.
- Continu door de mond ademen kan een invloed hebben op de groei van gelaat en tanden.
- Vroegtijdig verlies van melktanden verstoort de positie van de overige melktanden. Er gaat dan ruimte verloren voor de nog niet doorgebroken definitieve tanden.
- Te veel of te weinig tanden.
- Ruimtegebrek: de tanden zijn soms te groot voor de beschikbare ruimte in de kaak.
- Hardnekkige melktanden zitten verankerd in het kaakbot en blijven vastzitten.
Wanneer onderzoeken?
De tandarts kan tijdens je halfjaarlijks bezoek nakijken of een behandeling nodig is. Hij geeft ook advies bij eventuele orthodontische problemen. Op jonge leeftijd, rond 7 of 8 jaar, grijpen we enkel in bij grote afwijkingen, zoals sterk vooruitstekende tanden of een achterblijvende groei van de onderkaak.
Informatiebrochure
Lees meer in de informatiebrochure 'Een mondje vol scheve tanden: hoe krijg je ze weer recht?'.